Doorgaan naar hoofdcontent

Ik ken hen en zij kennen mij



Van windstreken ken ik ze, vrienden.
Mensen aan wie ik mijn verhaal kan vertellen.
Die luisterend mij groter maken, en soms kleiner
Die met aandacht mijn pijn weer zien
En mijn vreugde delen

Vrienden die mij vasthouden
In tijden van weemoed
En bange hoop

Vrienden die mij vasthouden
In uren van blij nieuws
En momenten van trots

Dit zijn de mensen, soms aan tafel,
Soms in het voorbijgaan
Maar vaak in gedachten
Die over de hele wereld
Mijn verhaal kennen
Weten wie ik ben, en ik? Ik weet van hen

Vrienden, van ver weg en dichtbij.

Samen vieren we, samen drinken we
Samen bedroeven we, samen verhalen we
Samen bespreken we, samen kennen we
Samen luisteren we, samen zien we

Elkaar.  

©Ron van Es


Populaire posts van deze blog

Er is altijd jij

Er was altijd jij Die ander die tegenover Die iemand die mij weersprak Die spiegel van mijn woorden Er was altijd een jou Die vrouw die man Die mens die ik tegenkwam Die opving die altijd wist Er was altijd de jij Voor verwijten en gezeur De andere kant van mij Die ik ondanks liefhad Er was altijd jij Waar ik een samen was Hoofd handen hart Het lijf warm van ons Er is altijd jij Al is alle tijd nu anders Is dichtbij ver weg geworden Zijn wij wij niet meer Er is altijd die jij ©Ron van Es

Weggewaaid

Ik zag deze ochtend een kerkhof oude stenen platen met hun woorden van langer geleden uitgewist. Er was daar een anekdote van de kerk waar zondags mensen van heinde en verder met hun uiteengewaaide hoofden kwamen. Bij binnenkomst lag er een kam klaar om de haren mee te fatsoeneren. Na de dienst klopte de koster de kam met losse haren dan leeg over het kerkhof. Zo waaide de haren overal heen tussen zerken en weilanden net als de preek die net gehoord was. Al die haren vol gedachten en ijdelheden, kozen in eigen waan hun eigen weg, zochten nog een laatste stenen woord voordat de wind hen verder blies. ‘Alles wat vastzit, raakt ooit verloren’ ©Ron van Es

De liefde van het hart

Het voelen van het hart die pompende materie, pulserende kamers, stromen van bloed en leven, het jagen van het hart. De pijnscheuten van het hart, die heilloze tocht, klagende galm voetstappen in een uitgestorven straat, de eenzaamheid van het hart. De waanzin van het hart, die zanderige verstuiving, een blazende trompet klinkt als wanhopig in het rond, de gekte van het hart. Het einde van het hart, die fladderende nacht, bewogen ochtend, waar contouren in de steigers staan, het begin van het hart. De liefde van het hart, die haar zo beminnen laat, loslopend wild en nieuwe jachtterreinen doet opengaan, de liefde van het hart. ©Ron van Es