Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit augustus 27, 2017 tonen

De Hond

1. Ik schrijf het woordje ‘eenzaam’, en over mijn schouder kijk je mee. Ik staar daarna op het papier en je kwijlt de inkt weer nat. Als ik me omdraai, ben je weg. Ik denk aan het woord en je kijkt door mijn ogen mee. Alsof je de betekenis zo goed kent, en weet wat er op papier staat. Maar als ik je zoek, ben je er niet. Wie ben je dat je mij zo goed kent? Wiens geblaf hoor ik galmen tegen de muren? Wiens gehijg voel ik in mijn nek? 2. Toen in het najaar het donker alle uren omsloot en de Hond zo heftig aan zijn ketting rammelde, besloot ik niet langer te blijven. Op reis, op reis, dat was wat ik dacht en ook zo ondoordacht maar deed. Een plek in Zeeland, killer kon het niet in dit natte najaarsland. Daar waar niemand wist wat ik deed of zelfs maar wat ik zo graag wilde. Daar ontkwam ik op een ochtend toch niet aan die bek vol tanden. Tussen slapen en ontwaken, het uur van de Hond naar ik later be

Mijn tafel

Aan mijn tafel wordt gegeten, gesproken en gegild. Aan mijn tafel wordt gezwegen, lesgegeven en niets geleerd. Hier sluit men rusteloos de ogen en kijkt men naar de andere kant of wordt over het hoofd gezien. Aan mijn tafel wordt gefluisterd, verleid en uitgelokt. Aan mijn tafel wordt betast, bekrast en daarna hard gelachen. Hier is het soms goed toeven, en lijkt het bijna op een thuis. Hier kom ik samen. ©Ron van Es

De evangelist en de monnik

Nu ik na al die jaren thuiskom Van al die reizen Van al die tochten Van al dat praatjesmaken Wacht daar de monnik in mij Om bedachtzaam te luisteren Om zorgvuldig stil te zijn Om de deur te sluiten Nu ik na al die jaren thuiskom En van bergen afkom Van stoelen afstap Niet meer op podia sta Wacht daar de dichter op mij De stem die zachter klinkt Onder mensen kan zijn En stil de liefde leeft De evangelist en de monnik Beiden zijn mij lief, beiden zijn De mens die ik ben ©Ron van Es