Doorgaan naar hoofdcontent

Aan al die mensen



Nee, ik kijk nooit terug
Maar als ik dat toch doe
Zie ik al die mensen met
Wie ik gesproken, gewerkt,
Gezweten, gezeuld, gevloekt heb

Al die mensen met hun eigen verhalen
Zorgen, pijn en verlangens
Al die mensen met hun eigen ogen
Handelen en wandelen

Ik kijk nooit terug
Maar als ik dat toch doe
Zie ik mensen die ik achterliet
Die hun eigen weg zijn gegaan
Van hoop en liefde

Al die mensen met hun eigen avonturen
en proberen om mens te worden
Worstelen om boven te komen
Om waar te zijn

Ik kijk nooit terug
Maar als ik aan die honderden denk
Waar ik in gedachten nog steeds
Mee verbonden ben
Bewaar ik hen in mijn hart

Al die mensen met hun eigen levens
Die we ooit deelden
Al die mensen met hun eigen
Eigenheid eigengereidheid
Eigen zijn.

Aan al die mensen
Zeg ik: ik hou van jullie.

©Ron van Es

Populaire posts van deze blog

Er is altijd jij

Er was altijd jij Die ander die tegenover Die iemand die mij weersprak Die spiegel van mijn woorden Er was altijd een jou Die vrouw die man Die mens die ik tegenkwam Die opving die altijd wist Er was altijd de jij Voor verwijten en gezeur De andere kant van mij Die ik ondanks liefhad Er was altijd jij Waar ik een samen was Hoofd handen hart Het lijf warm van ons Er is altijd jij Al is alle tijd nu anders Is dichtbij ver weg geworden Zijn wij wij niet meer Er is altijd die jij ©Ron van Es

Weggewaaid

Ik zag deze ochtend een kerkhof oude stenen platen met hun woorden van langer geleden uitgewist. Er was daar een anekdote van de kerk waar zondags mensen van heinde en verder met hun uiteengewaaide hoofden kwamen. Bij binnenkomst lag er een kam klaar om de haren mee te fatsoeneren. Na de dienst klopte de koster de kam met losse haren dan leeg over het kerkhof. Zo waaide de haren overal heen tussen zerken en weilanden net als de preek die net gehoord was. Al die haren vol gedachten en ijdelheden, kozen in eigen waan hun eigen weg, zochten nog een laatste stenen woord voordat de wind hen verder blies. ‘Alles wat vastzit, raakt ooit verloren’ ©Ron van Es

De liefde van het hart

Het voelen van het hart die pompende materie, pulserende kamers, stromen van bloed en leven, het jagen van het hart. De pijnscheuten van het hart, die heilloze tocht, klagende galm voetstappen in een uitgestorven straat, de eenzaamheid van het hart. De waanzin van het hart, die zanderige verstuiving, een blazende trompet klinkt als wanhopig in het rond, de gekte van het hart. Het einde van het hart, die fladderende nacht, bewogen ochtend, waar contouren in de steigers staan, het begin van het hart. De liefde van het hart, die haar zo beminnen laat, loslopend wild en nieuwe jachtterreinen doet opengaan, de liefde van het hart. ©Ron van Es